in dienst van het Leven der Opstanding
IN MEMORIAM Ds J. W. TUNDERMAN
IN LEVEN GEREF. PREDIKANT TE GRONINGEN-HELPMAN
GESTORVEN TE DACHAU 26 DEC 1942
DOOR
Ds H. J. SPIER
GEREF. PREDIKANT TE GRONINGEN-HELPMAN
UITGEVERIJ KIRCHNER - AMSTERDAM-C.
NAAR HET AMBT!
Niet velen hebben zo'n moeilijke weg moeten afleggen naar het heerlijk ambt van dienaar van het Woords als Ds J. W. Tunderman is gegaan.
Geboren 14 Januari 1903 in Rotterdam, scheen het predikambt voor hem niet te zijn weggelegd. Zijn vader kon ook niet geloven, dat hij dat ooit bereiken zou. Dit gaf moeilijkheden. Maar reeds op jeugdige leeftijd voelde hij de begeerte in zich om predikant te worden. Na de lagere school bezocht hij de M.U.L.O. Daarna werd hij bediende op een effectenkantoor. Zijn studieplan gaf hij echter niet op. Meer dan één moeilijkheid moest hij daarbij overwinnen. Maar hij hield vol. Op voorspraak van een vriend, die met zijn plannen op de hoogte was, aanvaardde hij een betrekking bij het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf in Rotterdam, welke betrekking hem veel vrije tijd voor studie overliet. Toen het noodzakelijk bleek, nam hij op het laatst ook daar ontslag, om de hele dag te kunnen studeren.
Volgens een rooster van werkzaamheden bereidde hij zich voor op het toelatingsexamen voor de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij koos de Vrije Universiteit en niet de Theologische School te Kampen, voornamelijk omdat de verbinding met Amsterdam vanuit Rotterdam zoveel korter was dan die met Kampen. Om treingeld uit te sparen "reisde" hij steeds per fiets naar Amsterdam en terug. Het examen was, gezien de vroegere opleiding, niet gemakkelijk, en boven verwachting kon hij aan zijn verloofde, mejuffrouw Kurpershoek uit Rotterdam, telegraferen: "Toch nog geslaagd".
Zo werd Jan Willem student aan de Vrije Universiteit, waar hij een kamer in het hospitium betrok. In weerwil van zijn leeftijd, die hoger was dan van de meeste eerstejaarsstudenten, onttrok hij zich niet aan het gewone studentenleven, Uit die studententijd dateert mijn eerste aanraking met hem. Hij heeft mij mede ontgroend. 'k Zie mezelf nog bij hem op de "kast" zitten. Ondanks zijn massief en hoekig gelaat, dat een zeker streng en hardvochtig optreden tegen de "groentjes" zou doen vrezen, was daarvan niets bij hem te vinden. Geen ruwe manieren of platheden! Een behoorlijk gesprek, om eens te zien wat er in zat, en zo "geestelijk" te ontgroenen was meer in overeenstemming met zijn zachte karakter. Het ging over Calvijn. De Institutie gelezen? En wat is dan het belangrijkste bij Calvijn? Het antwoord moest luiden, dat Calvijn het verbond Gods in z'n volle rijkdom gezien had.
Aan de Vrije Universiteit werden de moeiten en zorgen ook op financieel gebied, student Tunderman niet gespaard. Maar... hij kwam er door, met grote inspanning werkend.
Jan Willem Tunderman was meer dan een gewoon student: hij wist door zijn scherp inzicht, getuige bijvoorbeeld zijn schrijven in de Studentenalmanak van 1930, aan anderen leiding te geven.
Van zeer veel invloed op zijn latere leven zijn gelijk wij nog nader zien zullen de colleges van de professoren Vollenhoven en Dooijeweerd voor hem geweest. Daarbij hebben ook de preken van Ds S.G. de Graaf, wiens arbeid voor zoveel aanstaande predikanten van ingrijpende betekenis is geweest, grote invloed gehad op zijn vorming.
Dadelijk na zijn kandidaatsexamen in 1933 werd hij te Rotterdam-Zuid benoemd tot hulpprediker, in verband met een ziekte van Ds Steunenberg.
5 Oktober 1933 bevestigde Dr. Brillenburg Wurth hem als predikant van de gecombineerde Kerken van Vrouwenpolder en Gapinge op Walcheren.
Zo heeft God hem gebracht tot het ambt, dat hij zó vurig begeerd en gezocht had, en wij zien hoe zijn zware arbeid - voor menigeen te zwaar! - beloond is geworden. Het heerlijk ambt was verkregen uit de hand van God, die deze bidder hoorde, en zijn strijd bekroonde.
Uit dien tijd dateert ook zijn huwelijk met mejuffrouw J. Kurpershoek, die hem in zijn strijd om tot het ambt te komen, dapper gesteund had. Sterk waren zij aan elkaar verknocht. Ondanks alle verschil. Immers was hij robuust en sterk, zij was tenger en zwak. Een hartvergroting dwong haar zichzelf steeds in acht te nemen, hoewel haar temperament vurig van geest als zij was dat nauwelijks toeliet.
Hun huwelijk bleef kinderloos.
Bij de vele moeiten heeft God ook dit verdriet aan Ds Tunderman opgelegd.
IN HET AMBT
Vrouwenpolder en Gapinge, het waren twee gemeenten, die, geestelijk niet in alles gelijk geaard, aan de zorg van Ds Tunderman waren toevertrouwd. De afstand tussen de beide gemeenten was 7 kilometer. Deze afstand is door Ds Tunderman, langs open wegen, ook bij koude en hitte, bij regen en stormwind, talloze malen afgelegd. Daarbij was de stoeren werker geen inspanning te zwaar.
Bij zijn ambtelijke arbeid studeerde Ds Tunderman met noeste vlijt, getuige de uittreksels in zijn nalatenschap van de uitgebreide literatuur, welke hij doorworsteld heeft; getuige ook zijn talrijke lezingen, welke hij op vele plaatsen in het land hield; getuige voornamelijk het later verschenen boek over Marnix van St. Aldegonde, dat een diepgaande studie was, na welks verschijning hem het lidmaatschap van het Historisch Genootschap werd aangeboden.
Twee grote gevaren zag Ds Tunderman oprijzen voor ons christelijk leven, ook in deze tijd. Enerzijds dat van het subjectivisme, waarbij de mens de vastheid van zijn leven en de maatstaf voor z'n handelen zoekt in eigen ervaringen en belevingen, al dragen die dan ook een christelijk karakter. Anderzijds het gevaar van het objectivisme, waarbij het Woord van God en de genade van Christus gezien worden als een buiten en boven de mens liggende wereld van algemene geldigheid, aan welke wereld dan de passiviteit eigen is, zodat de mens op een afstand er schouwend naar zien kan. Van opereren met dergelijke algemeen christelijke ideeën, waar ons leven niet anders van wordt, wilde Ds Tunderman ook niets weten. Scherp bestreed hij het subjectivisme, maar ook het objectivisme:
"De aanspraak Gods is zo vol majesteit, dat het leven van de horende mens daardoor volkomen wordt beheerst. Hoe de houding van de mens ook moge zijn, het Woord van God triomfeert over hem. Want het doet wat God behaagt: het vertedert òf verhardt. Maar het keert nooit ledig weer. De Schrift is geen object, maar het altijd overwinnend Woord van God." (Marnix van St. Aldegonde, pag.181).
Dit overwinnende Woord van God heeft Ds Tunderman in Vrouwenpolder en Gapinge met grote vreugde mogen bedienen, om daardoor de gelovigen op Walcheren, waar de oude "mystiek" al meer en meer was geweken, sterker in het geloof te bevestigen en verder te leiden tot een leven uit Christus' genade.
Daarbij kon Ds Tunderman de schoonheid van het eens zo prachtige eiland, de glansrijke natuur van de rustige badplaats, Vrouwenpolder, met z'n groenbeboste duinen en wijde stranden, ten volle waarderen en er van genieten.
Wie Ds Tunderman voor het eerst ontmoette, zou niet zeggen, dat hij ook zo'n sterk gevoel voor humor had, zo dat hij, die vaardig tekende, zelfs rake humoristische schetsen op papier kon zetten. Of de humoristische opmerkingen, welke hij zo af en toe ook op de kerkeraad maakte, steeds voldoende ingang vonden, valt te betwijfelen. De Zeeuwen hebben, bij alle voortreffelijke kwaliteiten, welke zij bezitten, niet bepaald een sterk gevoel voor humor.
Hier valt te vermelden de sterke waardering welke Ds Tunderman kende voor het leven, door God goed geschapen, gelijk Hij in Zijn gunst om Christus' wil het nog behoudt en bloeien doet. Met deze levenswaardering ging gepaard een grote afschuw voor de dood, de laatste vijand, die door Christus straks finaal verslagen wordt. Wij zien hier ook de doorwerking van de gedachten van de wijsbegeerte van het wetsidee, ontworpen door de reeds genoemde Amsterdamse hoogleraren. In deze Calvinistische wijsbegeerte, welke in alles buigt voor de Heilige Schrift als Gods onfeilbaar Woord, wordt de eenheid van het menselijk leven sterk beklemtoond. De mens, naar lichaam en ziel geschapen, is door God gemaakt tot een wonderlijke eenheid, waarbij zijn leven in alle verschillende functies of aspecten aan Gods wetten is onderworpen. Centraal is het hart van de mens, zijn religieus concentratiepunt, van waaruit de uitgangen van het leven zijn. En de dood is slechts te zien als gevolg van de zonde, waardoor de rijke eenheid van ons menselijk leven tijdelijk verstoord wordt, en de tegennatuurlijke scheiding komt. Ds Tunderman was dan ook sterk gekant tegen een denken vanuit de dood, gelijk wij dat bij wijsgeren van vroeger en latere tijd vinden, waarbij de dood als iets normaals wordt gezien, en zelfs als een bevrijding van de lagere wereld van het stof, dat de bron zou zijn van alle kwaad en verderf. Daarbij zou dan in het onstoffelijk geestelijk leven van de mens het goede en goddelijke eeuwige element van ons bestaan schuilen.
Daartegen verkondigde Ds Tunderman klaar en krachtig, dat niet wij in onszelf het leven hebben, doch dat Christus alleen door Zijn Heilige Geest ons het eeuwige leven schenkt, en ons den dood doet overwinnen, straks volkomen.
In een preek over Stephanus' levenseinde met als thema: de overwinning van de Heilige Geest in Stephanus' dood, zegt hij:
Ds Tunderman kreeg vrijmoedigheid dit beroep te aanvaarden, niet wetende, welk lot hem in het Noorden van ons land zou wachten. 18 September 1938 deed hij zijn intrede.
Een week daarvoor had ik het grote voorrecht hem te beluisteren in West-IJsselmonde, waar hij een middagbeurt voor mij waarnam. Iets van deze preek wil ik hier weergeven, omdat daardoor de gang van zijn verdere leven getekend wordt, zijn strijd getypeerd.
De tekst was: 2 Petrus 1:19, waar de apostel wijst op het profetische woord dat zeer vast (of vaster is), waarop de gelovigen moeten acht geven, omdat het schijnt als een licht in een donkere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in hun harten. Ds Tunderman, wie grote eenvoud eigen was, sprak, bijzondere momenten daargelaten, zonder opzettelijke stemverheffing en zonder kanseloratorie. Maar hoe sneed het Woord van God! Wij leven, zo betoogde hij, in een tijd, waarin mensen, grote persoonlijkheden, geweldige mannen, zoals Hitler en Mussolini, vereerd en gehuldigd worden. Van hun stralende persoonlijkheid verwacht men het heil op aarde, het licht in het donker. Maar God werpt ons leven, nu Hij ons de grote mannen onthoudt, terug op Zijn Woord. Dat Woord deed Hij vroeger spreken. Hij deed het in Christus de vervulling vinden, gelijk Hij op de berg der verheerlijking door God is aangewezen, om in de weg van lijden en verbreking alle schat te erven voor Zich en de zijnen in den hemel en op de aarde.
Vurig riep de prediker uit, dat wie zich aan het Woord houdt, in waarachtig geloof, op de Rots staat, die niet meer wijken kan. Hij gaat het licht tegemoet, en de heerlijkheid van het volle leven. Maar wie zich buigt voor de afgoden van deze tijd, is als iemand, die buiten in een stikdonkere nacht dwaalt, ver van de lichten van een grote stad. Hij tast in het duister. Maar plotseling ziet hij een licht. Het is het licht, dat ontstaat, doordat uit het moeras dampen opstijgen, die in de lucht verbranden. Hij gaat er op af maar... dan verzinkt hij in het moeras. Want het was een dwaallicht...
Diepe indruk heeft deze preek gemaakt, op diegene, die hem gehoord hebben.
De intrede te Helpman geschiedde met 2 Cor.2:14-17: de heerschappij van Christus, zoals Hij die oefent door de prediking van het Woord.
Ds Tunderman had in Helpmans gemeente geen gemakkelijke taak. Niet alleen was er zeer veel ambtelijk werk te verrichten in deze gemeente, die tijdens zijn ambtsperiode uitgroeide tot bijna 1200 zielen, ook vroeg de gevangenis zijn tijd, in de bearbeiding van de Gereformeerde gedetineerden, terwijl ook de militairen in de Rabenhaupt-kazerne bijzondere arbeid vereisten. Daarbij kwam, dat hij de opvolger was van Ds E.Th. v.d. Born, die als eerste predikant van de nieuwe gemeente, de eerste liefde van de gemeente had ontvangen en bijzonder gezien was, ook door zijn kanselgaven.
Voeg daarbij de grote overgang, welke Ds Tunderman maken moest, wat geestelijk klimaat betreft, namelijk van Walcheren, waar het persoonlijke en bevindelijke geloofsleven meer op de voorgrond treedt, naar het geheel anders ingestelde nuchtere, en toch in wezen niet koude, Groningen, en je begrijpt, dat Ds Tunderman in Helpman verschillende moeilijkheden moest overwinnen.
Ds Tunderman lag ook wel even anders dan zijn voorganger. Was het grote thema van Ds v.d. Born: Christus vergadert Zijn Kerk, en was van hem de bekende uitdrukking : "het adres van Christus' kerk in Helpman is Coendersweg 13 I", Ds Tunderman zag dit enigszins anders. Hij wilde niet te veel over de kerk spreken, welke maar één sector is in de dienst van God op aarde, doch vooral over Christus, die in heel ons leven op elk gebied ons vernieuwt en doet strijden en overwinnen, omdat Hij Zijn Rijk komen doet, dat de gehele schepping vervullen zal.
Moest de gemeente eerst aan haar tweede predikant wennen, langzamerhand werden de banden gelegd en bevestigd. Met buitengewone trouw verrichtte Ds Tunderman het ziekenbezoek en was in tijden van nood steeds in alle gezinnen, waar moeilijkheden waren, zoals bleek bij de mobilisatie in 1939.
Bij al zijn ambtelijke arbeid werd zijn studie toch krachtig voortgezet.
Toen brak de oorlog uit...
Ds Tunderman liet dadelijk in zijn korte Pinksterpreken, gehouden op 12 Mei 1940, geen onzeker geluid horen. Voor de oorlog had hij reeds het nationaal-socialisme als een groot geestelijk gevaar bestreden, in de oorlog zou hij het zeker ook niet nalaten.
Hij behoorde tot degenen, die het ontzettende gevaar van het Nazidom van het begin af scherp doorzagen en daartegen ook krachtig getuigd hebben. Het Nazi-systeem was totalitair, - daartegenover kende Ds Tunderman de totalitaire kracht van Gods verbond, dat ons in alles Christus doet huldigen en voor Hem in vrijheid doet buigen naar Zijn Woord. Daarom wilde Ds Tunderman niet buigen voor de Nazi-afgod, en toen het koper en tin moest worden ingeleverd, weigerde Ds Tunderman, tegen het advies van zijn vrienden in. Hij ontving kracht om anders dan sommige collega's "neen!" te zeggen en zelfs gaf hij ronduit verantwoording aan de inzamelaars, dat zij van hem niets te verwachten hadden.
Maar Ds Tunderman deed heel wat meer. Spoedig treffen wij hem aan bij het illegale werk, in de politieke actie, welke voorlichtingsvergaderingen organiseerde om anderen tot het juiste inzicht en de enige goede houding te brengen in de strijd tegen den Nazi-onderdrukker.
Bij al zijn andere arbeid, wist Ds Tunderman in dat ogenblik van grote nood voor ons volk en ons christelijk leven, zich hiertoe geroepen. Velen heeft hij mogen sterken in hun zware strijd!
Op een voorlichtingsvergadering in het Zuiden eens aanwezig, waar hij bij een vriend vertoefde en een ander het woord voerde, maakte hij het de aanwezigen duidelijk, dat de "God", die Hitler de Voorzienigheid noemde, niet de levende God is, maar een afgod, te vergelijken met de Baäl, waarover de Bijbel telkens spreekt.
In zijn kanselarbeid heeft Ds Tunderman ook de juiste toon weten te vinden. Zijn preken waren niet zo men zegt "tijdloos". Toch was daarin ook geen sprake van nationalistische hetze. Neen, door trouwe Woorddienst sterkte en steunde de dienaar van het Woord de gelovigen in hun zware strijd en bitter leed. Daarbij getuigde hij met profetische kracht van de overwinning van Christus en Zijn Rijk' ondanks alle tegenstand van de vijanden en riep op tot onverzettelijkheid in het geloof.
Toen de Classis 's-Gravenhage tegen 24 November 1940 de kerken bijeenriep tot gebed en schuldbelijdenis, vanwege de grote nood, waarin kerk en volk gekomen waren, waarschuwde Ds Tunderman, dat wij toch niet zo maar zeggen konden, dat om bepaalde zonden de vreselijke oorlog als een kastijding Gods over ons gekomen was. Het kon ook een zuiverend werk van God zijn, om ons te louteren, om trouw en ontrouw in het licht te brengen. En dan grijpt de prediker naar de kern van de zaak. Als het gaat om ons te verootmoedigen over zware zonde, moeten wij niet alleen denken aan het kwaad voor 10 Mei 1940, maar ook aan dat van daarna. En dan ligt ons kwaad niet in allerlei verschijnselen, maar de wortelzonde ligt in de afgoderij, in het knielen voor het beeld van de mensen en van de macht van de wereld. En dan roept Ds Tunderman, met de Schrift van Dan.3:1-18, de gemeente op tot de weigering van de aanbidding van het beeld. Tevens om zich van die zonde te bekeren, als zij het toch gedaan hebben en een knieval gemaakt. En in die weg zal zo verzekert hij de overwinning van de macht van de genade gezien worden. Machtig is het slot van deze preek.
In de grote strijd, die was losgebrand tussen het totalitaire Nazi-systeem, met z'n gruwelijke geweldmethoden en z'n antichristelijke leugenpropaganda en het christelijk geloof, dat zich niet buigen wilde voor de Hitler-god, heeft Ds Tunderman steeds duidelijker getuigd. In de dienst van het Woord raakt hij steeds meer het "hart van Jeruzalem". De gemeente voelde zich gesterkt door het machtige Woord in de bange worsteling en waardeerde de prediking in toenemende mate.
Wie de preken uit de jaren '40-'41 doorleest, ziet daarin, hoe Zijn Woordbediening steeds sterker werd en meer indringend getuigde.
Toen tegen het einde van 1941 het Derde Rijk victorie kraaide in Europa en Hitler tot het hoogtepunt van zijn roem klom, doordat zelfs Moskou in Duitse handen dreigde te vallen, getuigde Ds Tunderman onverschrokken op de kansel geheel volgens Micha 7:10 : "datgene wat thans staat op het hoogtepunt van zijn roem en is het ongeloof niet machtig in de wereld? - zal worden als het slijk der straten."
De preken van Ds Tunderman bleven niet onopgemerkt. De Nazi's voelden zich er zwaar door bedreigd. Hoezeer Ds Tunderman zich ook vrijhield van nationalistische tendensen, de vijand begreep, dat hier werd aangevallen met middelen, waartegen zijn kracht niet bestand was.
Ds Tunderman werd in de gaten gehouden, Zijn prediking werd beluisterd door een landverrader-Nazi-helper. Zijn naam kwam ook voor op de zogenaamde zwarte lijst van het zozeer beruchte Scholtenshuis, waar de "Sicherheitsdienst" in Groningen het hoofdkwartier gevestigd had.
Hoe zou het met Ds Tunderman aflopen? Hij zelf maakte zich daarover geen illusies. Hij kende de methoden van de Duitsers. En hij wist wat een mensenleven voor hen betekende, wanneer iemand hun rijk van macht en leugen in den weg stond.
Toen ik Ds Tunderman op een der eerste dagen van 1942 ontmoette en wij samen van Den Haag naar Amsterdam reisden, naar de vergadering van de Vereniging voor Calvinistische Wijsbegeerte, betuigde Ds Tunderman onderweg in alle eenvoud, dat hij wel iets geleerd had in deze tijd, namelijk dat hij het nu niet meer zo erg zou vinden om voor Christus te moeten sterven. Hij kon toen niet vermoeden, dat het lijden zo vlak voor de deur stond...
HET LEVENSOFFER IN CHRISTUS' DIENST.
Toen Ds Tunderman van "Holland" weer in Groningen kwam, was de Gestapo reeds aan de deur geweest, maar had Gods pastor niet thuis gevonden. Ds Tunderman werd gewaarschuwd. Ze zouden terugkeren. Maar hij liet zich daardoor niet beangstigen. Hij bleef thuis. Onderduiken was in die tijd, toen allerlei latere maatregelen, als de "Arbeitseinsatz", nog niet bekend waren, niet in de mode, zoals later. W ij moesten dat nog leren. Bovendien meende Ds Tunderman, dat hij het lijden om Christus' wil niet mocht ontlopen. Ds Tunderman ging rustig verder met zijn werk. Het was Zaterdag 9 Januari 1942. De preken moesten klaar zijn voor Zondag. Hij werkte tijdens de koude wel in de huiskamer bij zijn vrouw, voor aan de straat, op het bovenhuis Helperbrink 23a. De preek werd getypt. Daar de winter van 1941 en1942 zeer streng was, waren de ruiten, ondanks de verwarming, bevroren. Zij deden de bloemen wat van de ruiten af, om te kunnen zien, als de Duitsers kwamen. Zo werkende, geroepen door zijn Heer, in de dienst van het Woord, vonden de S.D.-lieden Ds Tunderman thuis.
Nauwelijks gelukte het even van zijn vrouw afscheid te nemen. Toen moest hij mee, en werd opgesloten in het Huis van Bewaring, dat in één complex met de strafgevangenis, behoorde tot het arbeidsveld van de Gereformeerde Kerk van Helpman.
Zo heel vaak had Ds Tunderman, die arbeidde in de gevangenis, mensen in hun cel opgezocht en daarvoor zijn kostbare tijd gegeven, wetend, dat de gevangenen een niet te kort bezoek zozeer op prijs stelden - nu kwam Ds Tunderman binnen, zonder dat hem een sleutel werd overhandigd en ditmaal ging de celdeur achter hem dicht.
In het Huis van Bewaring heeft Ds Tunderman geen slechte verzorging gehad. Onder de bewaarders waren leden van zijn gemeente, die, met de andere bewaarders, wel goed voor hun herder en leraar zorgden. Door hun toedoen was het wel mogelijk, dat Ds en Mevr. Tunderman, Wim en Jeanne, door mondelinge en schriftelijke berichten, ook buiten de toegestane correspondentie en bezoeken om, contact hielden. Hoezeer dit alles verzachtte, het nam het onrecht van willekeurige vrijheidsberoving, gepleegd op dezen gezant van Christus, niet weg. Hij was van de gemeente, van zijn vrouw, gescheiden. Zijn stem mocht op de kansel niet meer gehoord worden. Het beest van het moderne Babel van Hitler had z'n klauw naar hem uitgestoken, uit vijandschap tegen het levende onoverwinnelijke Woord van Christus.
Er was daarom voor Ds Tunderman, die eenmaal kort verhoord werd, geen recht te vinden. Slechts rechtsverkrachting en willekeur! Wanneer men trouwens in Groningen, gelijk ook op vele plaatsen in ons vaderland hoorde dat iemand Gereformeerd was, was het spel voor de verdachte reeds verloren.
Ds Tunderman heeft in de gevangenis ook zijn moeilijke uren gekend. Zwaar was soms de strijd, geweldig het heimwee naar z'n vrouw naar de vrijheid van het leven in de dienst van God in de gemeente, welke hij liefhad. Ds Tunderman heeft geheel in de lijn van z'n denken gestreden met de vraag, of God de rechtvaardige dan niet zegenen zou op de aarde, ook tegenover zijn vijanden. Hij heeft geworsteld met de belofte van het vijfde gebod: "opdat het u welga, en dat gij lang leeft op de aarde" ( Ef.6:3) . Hij wist, dat God om Christus' wil ons een belofte geeft, ook voor dit leven. Dat wilde hij niet "vergeestelijken", maar letterlijk verstaan. Daarmee heeft hij, die het leven zozeer waardeerde in tegenstelling tot de dood, het soms bitter moeilijk gehad.
Ds Tunderman heeft ten volle geleden als christenmens en de teugen uit de lijdensbeker werden bij hem zoals een vriend schrijft niet verdoofd door een zeker heroïsme of fanatisme.
Aan deze knecht van God moest het woord bewaarheid worden, dat hij zelf schreef voor ons volk:
Maar Hij schenkt ons beiden de genade in het geloof te staan in de kracht Gods, en ongebroken, op Hem betrouwend, onze weg te gaan."
Ds Tunderman heeft ook in de gevangenis hard gewerkt. Hij kreeg studieboeken en kon zich daarmee intens bezighouden. Ook heeft hij ter afwisseling verschillende pentekeningen gemaakt voor z'n vrouw en voor vrienden. Zelfs heeft hij in z'n cel ook een artikel dat hij schreef voor het verzamelwerk: "Wijsbegeerte en levenspraktijk" onder den gelijkluidende titel, eigenhandig kunnen corrigeren. (Door de oorlog en gezien de inhoud van sommige gedeelten, kon dit boek in de bezettingstijd niet verschijnen, terwijl ook de naoorlogse moeilijkheden de verschijning nog weer vertraagd hebben).
Even scheen het of de Duitsers deze en gevangene vergeten zouden. Anderen werden verder weggevoerd. Hij bleef nog in Groningen. Maar later kwam zijn beurt ook. Eerst werd hij op transport gesteld naar Amersfoort. Na een niet lang verblijf aldaar, ging het naar een van de ergste verschrikkingsoorden van het duivelse Germanendom: Dachau.
De Nazi's hebben kans gezien daar zoveel dienaren van het Woord uit ons land, uit verschillende kerken snel of langzaam te vermoorden. Één van hen zou Ds Tunderman zijn. Van te voren kon hij niet weten, op welke gruwelijke wijze dat zou gebeuren. Er was op dat punt bij Ds Tunderman echter geen optimisme. Hij onderschatte de beestachtige vijand niet, zoals hij voor zijn gevangenneming tegen een vriend getuigde, dat er straks bij de bevrijding heel wat mensen terechtgesteld moesten worden, omdat er voor deze mensen, die zo beestachtig waren, geen plaats mocht zijn in de maatschappij.
Ds Tunderman kon haast niet denken, dat hij uit Dachau's hel weer in de wereld der vrijheid zou terugkeren. Had hij een voorgevoel van het naderende einde?
In ieder geval gevoelde hij zich een ten dode gewijde. Dat heeft het hem, in wie het heimwee brandde, niet gemakkelijk gemaakt. Maar God heeft hem in deze weg bereid gemaakt om alle vastheid van de aarde prijs te geven en zich geheel over te geven aan Jezus Christus, opdat zijn sterven een offer voor Hem zou zijn.
Heel sterk spreekt ons in zijn levenseinde het Schriftwoord toe: de mens overdenkt zijn weg, maar de HERE stuurt zijn gang.
Wij hadden gedacht, dat als één de verschrikkingen van het concentratiekamp doorstaan zou, dit zeker Ds Tunderman zijn zou met zijn sterk gestel, gehard als hij was, kon hij wel een stootje velen.
Hoe anders is het uitgekomen!
Verschillende collega's, die lichamelijk niet zo sterk waren, zijn er doorgekomen en hebben hun leven nieuw uit Gods hand verkregen, Ds Tunderman zou in Dachau blijven...
In Oktober 1942 was Ds Tunderman reeds in het revier, de ziekenafdeling in Dachau. Gedurende een week heeft hij daar vlak naast Ds Guillaume van Sneek gelegen. Deze week werd een feestweek, waarin zelfs zijn hoop op bevrijding even opflikkerde. Door een pakketje van huis was er iets bijzonders te eten en werden de dagen vrolijker.
Ds Guillaume schrijft :
"Wij hebben dag aan dag honderduit gepraat, blijmoedig over Gods zorg over ons en de onzen. Het gesprek kwam al meteen op ons werk, over de noodzaak, dat wij gepreekt hadden, zoals wij deden, gelijk het nooit anders gekund en nooit anders gemoogd had, al bracht het zoveel ellende. Hij begon te geloven, dat wij zouden bevrijd worden en opnieuw ons werk zouden mogen beginnen. Wat wachtte nog een taak! We zouden dan opnieuw, maar dan geheel anders, tegen den stroom op te roeien krijgen! Wat zouden we een genade nodig hebben, om ook dan getrouw te zijn ! Hij zag dat wel goed en scherp. In die week was Wim voor mij een ander mens.
Op kerkscheuring rekende Wim niet, evenmin als ik. Wij hebben diep over zijn boek gepraat, waarop hij nog meer wilde laten volgen.
De vrouwencongregatie van de Dachau-dominees hebben een trouwe gemeenschap gevormd in den tijd van onze gevangenschap en hebben met hun gebeden en hun gaven ontzaglijk veel gedaan. Hun werk heeft ook in Wims latere revierperiode veel voor hem betekend."
Niet het toeval, maar God wilde, dat wij over het zo gruwelijke en tegelijk zo heerlijke levenseinde van Ds Tunderman, volledig zouden zijn ingelicht, hoewel geen Nederlands collega van hem kans kreeg dat van nabij gade te slaan. Alles geschiedde in het geheim. Toch lekte het uit.
Pfarrer A. Theissen, predikant te Rommerskirchen bij Keulen, ook door de Nazi's in Dachau gevangen gezet, lag als zieke op hetzelfde blok van de ziekenafdeling, waar Ds Tunderman gestorven is. Later werd hij schrijver in het "revier" en kreeg opdracht het verslag over het medisch experiment op Ds Tunderman toegepast, voor de schrijfmachine te dicteren. Van dit verslag maakte hij zijn aantekeningen op een kladje, dat hij in een doos plakte, om het later mee te nemen uit het kamp. Na ongeveer tweeën en half jaar vond hij de aantekeningen terug en heeft ze verstuurd naar Holland. In het kort geef ik dit verslag hieronder weer:
Begin November 1942 werden twee kamers in Blok 1 van de ziekenafdeling ontruimd en elk van twintig bedden voorzien. Spoedig bemerkten wij, dat dit alles diende ter voorbereiding van een medisch experiment onder leiding van Dr. Med. Schütz, SS-Sturmbannführer. Voor het geheimzinnig experiment commandeerde de kamparts, Dr. Waldemar Wolter, SS-Hauptsturmführer (later kamparts in het "Lager 's-Hertogenbosch" bedoelt collega Theissen hier Vught?) veertig geestelijken op, nl.. negenendertig Poolse priesters en Ds Tunderman. Na een nauwkeurig onderzoek naar de lichamelijke gezondheid, werd Ds Tunderman met negentien Poolse priesters 10 November 1942 opgenomen in Blok 1, kamer 3. Later ondergingen nóg twintig Poolse priesters hetzelfde lot. Het was te doen om een proef op phlegmone abcessen (open benen). Daarop wilde men de uitwerking van de moderne chemische geneesmiddelen constateren. De patiënten moesten dus eerst ziek gemaakt worden, daarna werden de geneesmiddelen toegediend. De opdracht tot het experiment stamde van het SS-Sanitätshauptambt te Berlijn. De helft van de proefpatiënten werd biochemisch, de andere helft allopathisch behandeld. Van de veertig patiënten stierven er bij deze proef tien, de overige dertig hielden er erger of geringer lichamelijk nadeel van over. Deze proef was des te meer te veroordelen, omdat er in de ziekenafdeling een grote menigte van phlegmone-patiënten aanwezig was, waarop men de geneesmiddelen kon beproeven. Maar de Duitsers zochten daarvoor juist gezonde, zij het verzwakte, mensen uit. Natuurlijk werd bij het overlijden een leugenbericht uitgegeven. In de officiële overlijdensmededeling van Dr. Wolter stond, dat de overledenen met een zware phlegmone in het Revier waren opgenomen. Het verslag aan het SS-Hauptsanitätsambt was juist: de mensen werden met etter ingespoten.
De nauwkeurige opgave van de verschrikkelijke behandeling, welke Ds Tunderman moest ondergaan, zoals Ds Theissen deze precies weergeeft, wil ik de lezer sparen. Het zij genoeg te weten, dat hem 11 November 1 cm3 etter van een phlegmone-patiënt werd ingespoten in zijn linkerbovenbeen. De temperatuur steeg toen 16 dagen lang tot 39 à 40°. Tal van medicijnen als tibatine, albucid, cardiazol-sympatol werden in overvloedige mate toegediend. Later volgde er punctie. Daan gaat de temperatuur weer naar beneden. Dit stemt geheel overeen met een brief van Ds Tunderman aan zijn vrouw, waarin hij schrijft over een abces aan zijn been, dat hersteld is, waarbij hij als door een wonder is gered. Het mocht echter niet baten. Ook in zijn rechterarm was 3 cm3 etter ingespoten. De experimenterende Nazi's hielden niet op. Bloedtransfusie werd toegepast. Nog weer nieuwe doseringen van andere geneesmiddelen, als insuline en druivensuiker werden toegediend. Ds Tunderman heeft het wel begrepen. Hij zei de laatste dagen vaak : "Ik geloof, dat men mij vergiftigd heeft." Door alles wat men hem deed ondergaan was hij dikwijls versuft. Tenslotte kwam op 26 December 1942 het einde. Na een zeer korte doodsstrijd gaf hij om 2 uur 40 's middags de geest.
Gedurende de ziekte en na het overlijden werden zes foto's gemaakt, gedeeltelijk in kleur. Ds Theissen eindigt zijn schrijven met dezen zin:
"Zo werd ook hij een offer van het goddeloze nieuw-heidendom, waarvan een vertegenwoordiger in Dachau eens tot ons zei: Gij zijt eerloos, weer-loos en recht-loos."
Het is werkelijk geen vreugde dit alles neer te schrijven ter publicatie. Toch is het noodzakelijk. Dit martelaarsverhaal uit de twintigste eeuw, waarin wij leven, getuigt wel van de gruwelijke beestmacht en van de opeengeperste goddeloosheid van 't Derde Rijk, maar 't spreekt daarboven uit van onoverwinnelijke macht van Christus' genade, gelijk Hij door zware strijd heen Ds Tunderman bereid maakte tot dit grote offer. Zijn leven is één roepen van de grootheid van Christus en zijn sterven is een nog sterker verkondiging van de onverzettelijkheid van het geloof en van de heerlijkheid van het leven in Christus voor al de Zijnen.
In de moord op Ds Tunderman heeft het Nazidom een geweldige nederlaag geleden. En deze strijder, die streed tot het einde, heeft den strijd gewonnen, want hij boog niet voor het beeld van de mensen, Adolf Hitler, en God heeft hem rijk bekroond er verlost door de dood.
Slechts menselijk gezien is het leven van Ds Tunderman een ontzettende tragedie. Maar gezien in het licht van Christus en van Zijn komend Rijk, is zijn leven zeer vertroostend en rijk.
Wij mogen het getuigenis dat uitgaat van het leven èn sterven van Ds Tunderman niet vergeten. Er ligt in zijn optreden een profetie, ook voor onze tijd. Slechts doordat wij onvoorwaardelijk buigen als hij, voor het levende en krachtige Woord van God, ons niet afgevend met menselijke constructies, zal ons hart en leven, en de wereld vernieuwd worden.
Ds Tunderman heeft van zijn gemeente geen afscheid kunnen nemen. Toch heeft hij voorgevoelend de dingen, die komen zouden, als het ware afscheid gepreekt in een preek over 2 Cor. 4:11-15, gehouden op 27 April 1941, waarin z'n thema was: het offer van het leven in dienst van het leven der opstanding. In een zeer beperkte oplage is deze preek destijds clandestien verspreid. Zijn vrouw schreef er voorin:
"Ik heb geloofd, daarom sprak ik."
Deze preek is ten volle waard nu nog door ons gelezen worden, waarom hij achter in dit boekje wordt afgedrukt.
De vrucht van deze prediking mag ook daarin gezien worden, dat meerderen van de Gereformeerde Kerk van Helpman Ds Tunderman zijn nagevolgd in dit offer van hun leven, voor onze vrijheid, om Christus te dienen. Ik noem slechts de namen van de broeders M.G.Boot, Ir.E.E.Drenth, Joh.H..Ike en P.Seepma. Anderen keerden na wonderlijke bewaring uit gevangenschap terug.
Ds Tunderman roept ons nú nog op tot waakzaamheid en harde strijd. De geest van de wereld, waartegen zijn worsteling ging, is nog lang niet uitgestorven.
Van Ds Tunderman, de harde werker, is het woord in vervulling van de man, tot wie hij zich zó aangetrokken voelde, Marnix van St. Aldegonde:
repos ailleurs!
de rust is elders!
NASCHRIFT
Mevrouw B.Tunderman-Kurpershoek is haar man spoedig nagevolgd. Door alle emoties scheen haar hart eerst niet geleden te hebben. Met verbazingwekkende geloofskracht heeft zij haar leed gedragen. Anderen heeft zij opgezocht en gesterkt in hun moeite, door haar dapper woord. Zo wilde zij het werk van haar man in Helpmans mooie, nog niet gescheurde, gemeente voortzetten. Plotseling is zij echter. Zondag 4 April 1943, nadat zij uit de kerk thuiskwam, in haar woning overleden. Haar leven was aan haar man verbonden. Met hem streed zij. Kort na hem stierf zij - het is niet teveel gezegd: ook ten offer in den strijd tegen de Nazi's voor onze geestelijke vrijheid.
Het lijkt mij volkomen onverantwoord ten opzichte van de nagedachtenis van Ds Tunderman thans conclusies te gaan trekken over wat hij gedaan zou hebben tijdens de kerkscheuring.
Hij leefde en stierf als dienaar des Woords van de ongedeelde Gereformeerde Kerken.
En de portretten van hem en zijn vrouw worden gevonden bij hen, die niet en bij hen, die wèl met de "vrijmaking" meegingen, in dankbare nagedachtenis aan deze levende getuigen van Christus.
Hun nagedachtenis blijve bij alle christengeloovigen in hooge eere!