Gemeente-vergadering

Gapinge

26-11-1937

Mannenvereniging

Vrouwenpolder

 

Hoe moet de erfenis van Kuyper bewaard worden?

 

Aanleiding

Kuypers geboortedag herdacht

Beschuldiging dat Kuypers beginselen verloochend

worden

Verschil: hoe moet die erfenis bewaard worden?

Daarom dit onderwerp

 

Kuypers erfenis niet slechts de nalatenschap van

één enkel mens

Ook niet de verheerlijking van mensenwerk

Kuyper is ons voorgegaan om de Christus te belijden

Hoe moeten wij hem volgen in dat belijden?

 

Gesteldheid in ons land

18e eeuw verlichting: Aufklärung

Het voortschrijdend licht van de menselijke rede zou

de duisternis doen opklaren

Schrift en belijdenis minder licht dan de rede

Revolutie

De soevereiniteit van de mens was verkondigd

Na de Franse tijd loslating van de revolutionaire

middelen, maar doorwerking van dezelfde beginselen

 

Toon werd aangegeven door de brave Nederlanders

Tollens de dichter van deze tijd

Vooruitgang verwacht

Optimisme

Het licht van de rede zou ons steeds verder doen

voortschrijden

Alles werd verwacht van de ontwikkeling van de

denkbeelden

Invloed van Hegel: de absolute geest kout tot

zelfverwerkelijking in de geest van de mens

Zo draaide alles om de soevereiniteit van de

menselijke persoonlijkheid

 

Zo erkende men de soevereiniteit van de wetenschap

Schepping van de mens

In het bijzonder de wijsbegeerte en het wetenschappelijk

historisch onderzoek

De wijsbegeerte moet ons de waarheid openbaren

 Gods Woord dus niet de enige bron van onze

waarheidskennis

De wijsbegeerte stond daarnaast, voor anderen er

boven, ten slotte waren er die het Woord Gods

verwierpen

Niet altijd openlijke verwerping van de belijdenis

Men zag dat in de lijn van de zo hoog geloofde

ontwikkeling van de denkbeelden

Zo kon men in gemoede geloven in de geest van de

Gereformeerde vaderen te spreken

 

Veel wat Gods Woord ons leert was echter in

tegenspraak met de nieuwe moderne beschouwingen.

Nu het wetenschappelijk onderzoek van de geschiedenis

tegen de Bijbel gericht

Het historisch onderzoek moest uitmaken wat in

die Bijbel echt en niet-echt was

Schriftkritiek

De ene bladzijde na de andere uit de Schrift gescheurd

Zo een kern overgehouden

 

Zo dus soevereiniteit van de wetenschap

Toch niet heel het leven daaraan overgegeven

Nog een hoger terrein

het terrein van de menselijke persoonlijkheid zelf

Dat de binnenkamer, het gebied van de persoonlijke

geloofsovertuiging

Dat moest door de wetenschap ontzien worden

Niet dat men voor de kern van het persoonlijke leven

de soevereiniteit van de Christus wilde erkennen

Nee, de soevereiniteit van de godsdienstige persoonlijkheid

mocht niet worden gekwetst

Daarom mocht ook de wetenschap die persoonlijkheid

 

niet aanranden

Zodra de waardigheid van de christelijke personen

werd aangetast, sprak men van aanstoot geven

 

Zo had men een soevereine wetenschap die niet

mocht worden tegengesproken en waarvan alle heil

werd gewacht, omdat ze moest zorgen voor de ontwikkeling

van de verlichtende denkbeelden

En naast die soevereine wetenschap zag men soevereine

persoonlijkheden, die niet mochten worden gekwetst

en aan wie geen aanstoot mocht gegeven worden:

vooral predikanten en professoren waren tere

persoonlijkheden, hoogstaande individuen aan wie

niet mocht worden geraakt

 De leerstukken van de waarheid werden zo verworpen

niet openlijk, maar bedekt, daar men aan de ontwikkeling

wilde vasthouden

Eensgezindheid in de hoofddenkbeelden

Uiteengaan in de toepassing

Sommigen loochenden de Drie-eenheid en het verzoenende

werk van onze Middelaar

Anderen meenden dat dit aanstoot gaf en hielden

deze stukken nog vast

Dit de meeste predikanten en hoogleraren

Zo bleef men orthodox

 

Deze eensgezindheid van alle brave Nederlanders

bleek vooral ten opzichte van twee punten

Eensgezind in de verwerping van de soevereine

genade

Geen uitverkiezing. Synode van Dordt bekrompen

Dit maakte die tijd tot een slappe tijd

Zo ook eensgezind ten opzichte van de kerk

Kerk werd volkskerk, geen tucht, behalve op hen

die aanstoot gaven

Nederlands Hervormd Kerkgenootschap administratief lichaam,

bureaucratische instelling, die voor alles moest

zorgen voor handhaving van de-reglementen

 

Weinig protesten

Toch achter het eensgezinde front van de brave

Nederlanders de mindere man

Daar leefde nog de oude Gereformeerde waarheid

 

in het bijzonder de belijdenis van de soevereine genade

uitgedrukt in het leerstuk van de uitverkiezing

Dat het sjibbolet

Wie het stuk van de uitverkiezing verwierp of verzweeg

ging met zijn tijd mee, verstond de lijn van de

ontwikkeling van de verlichtende denkbeelden

Maar wie de uitverkiezing beleed was een domper,

die de ontwikkeling tegenhield

Dat was maar de mindere man

Zo iets als de uitverkiezing, dat was wat voor

domme mensen van de Veluwe of uit Drente, maar

niet voor het denkend deel van de natie.

 

Zo waren de verhoudingen in de eerste helft van de

19e eeuw.

Zo was het ook ongeveer in de tijd toen Kuyper

predikant werd.

Slechts deze wijziging:

Opkomst van het modernisme

 Dat was de partij die in alles de wetenschap wilde

volgen en dientengevolge leerstukken als de Drie-eenheid

en de menswording van Christus openlijk

loochenden.

Dat had aanstoot gegeven en de gematigde meerderheid

wilde daar niets van horen.

De grote massa van de predikanten en hoogleraren

was gematigd, gematigd-conservatief, gematigd ethisch

Gematigd-irenisch.

En deze grote groep stelde zich enigszins tegen

de moderne richting

Zo was de meerderheid van twee beginselen niet gediend:

van de moderne richting wilde men niet weten

en van de Gereformeerde richting niet.

De eerste werd aangetroffen aan de Universiteiten,

later ook op de kansels, de tweede richting vind

men onder het gewone volk

Strijd had men echter niet te duchten: het moderne

beginsel vond slechts ingang onder wetenschappelijk gevormde

mensen. De meesten namen aanstoot aan

dergelijke denkbeelden.

En de Gereformeerde richting had geen leiders, ze

waren achterlijk in het oog van de meerderheid, het

waren maar domme, onontwikkelde mensen

 

1837 Kuyper geboren

In een godvrezend gezin

Naar de Universiteit van Leiden

Daar de moderne leer ingezogen

Applaus toen één van de hoogleraren de Godheid

van Christus loochende

Toen Kuyper de Universiteit verliet, was hij geheel

doortrokken met de geest van die tijd.

Soevereiniteit van de rede, soevereiniteit van de

persoonlijkheid, soevereiniteit van de mens.

 

Dit alle stukgeslagen

Kuyper heeft zich door de onwederstandelijke werking

van de Heilige Geest bekeerd in zijn ganse leven

 

Prijsvraag van de Groningse Universiteit over het

kerkbegrip van Calvijn en a Lasco

Het greep mij aan, zo machtig, dat ik voor het

eerst het lang gestaakte dankgebed vernieuwde en het

mijzelf niet kon verhelen: dat het toch geen oude

vrouwen sprookje was om van een vinger Gods te

spreken.

Er is een God Die leeft.

Geen verdere betekenis, de studie draagt dan ook

 niet hetzelfde karakter als Kuypers latere werken.

Een pracht stuk werk, maar de geest van Calvijn

en a Lasco bleef hem vreemd.

 

De erfgenaam van Redcliffe van Miss Yonge, de geschiedenis

van twee broers Philipp en Guy de Morville

Philipp is sterk en krachtig en speelt met de zwakke Guy

In Philipp herkende Kuyper zichzelf, hij bewonderde

de kracht en de energie van die mens, bewondering

van de sterke mens dreef hem

Philipp ziek te Recoara.

Dan Guy ziek, Philip ziet zijn innerlijke leegte en

nietswaardigheid. Philipp wordt gebroken, verachtte

zichzelf om zijn vroegere overmoed en de aangedane

hoon.

Avondmaal, Philipp: ik kan niet, ik kan niet, ik

ben het niet waard. Amabel: een gebroken hart en

verslagen geest zult gij, O God, niet verachten.

 

Philipp knielt neer aan het sterfbed van Guy. Philipp

is gebroken, hij ziet zichzelf als een zondaar.

Kuyper is toen ook neergeknield. Kuyper werd gebroken

in zijn hoogheid, hij doorzag de soevereiniteitswaan

van zijn tijd als zonde voor God.

Kuyper zag zich klein voor God.

 

Soevereiniteitswaan en grootheidsbegeerte gebroken

maar nog niet Gereformeerd. Gereformeerd is Kuyper

pas geworden in 1877 toen hij als een gebroken man

in het buitenland rondzwierf.

 

Het boek van Miss Yonge nog een andere invloed.

Kuyper leerde de kerk zien.

Kerk was genootschap geworden, administratief lichaam.

In Miss Yonge's boek las hij van een andere kerk,

zoals hij het nooit gezien had.

De kerk had aan het sterfbed het Sacrament van het

Avondmaal gebracht, de kerk had de zwakke Guy geleid

door heel zijn leven, de kerk had aan zijn graf

de laatste woorden gesproken.

Het woord van de vrede ruiste over de graven in de

welluidende klanken van de Engelse liturgie en zo

werd het stoffelijk overschot van Guy te ruste gelegd

onder het loof van een prachtigen kastanje,

waarvan al het vreemde was weggenomen door de woorden

van de Moederkerk, die al de schreden van de

wees geleid had door zijn moeitevol leven.

Zulk een kerk kende Kuyper niet. Naar zulk een kerk

kwam het brandend verlangen in hem op.

 Kuyper leerde nu de kerk waarderen, het sacrament

de huiselijke godsdienstoefening, de liturgie, kortom

de vaste vorm van het kerkelijk leven.

 

Maar nog niet Gereformeerd.

Zo naar Beesd, als orthodox predikant

Daar ontevredenen, malcontenten.

Gesprekken met Pietje Baltus

Aanraking met de belijdenis van de soevereine genade.

Bijbelkennis, maar ook een goedgeordende wereldbeschouwing,

wat Kuyper in het Latijn bij Calvijn

gelezen had, dat hoorde hij uit de mond van deze

eenvoudige arbeiders in hun plat Betuwsch.

 

-Weer zag Kuyper de kerk: Calvijn had het volk gegrepen

Wat Kuyper nog verder heeft getroffen was de taaie

volharding van de malcontenten, de absolute vorm

van hun spreken, soms in gebrekkig Nederlands.

Alleen in die absolute vorm van spreken kon Kuyper

rust vinden.

Dat absolute spreken heeft hij in Beest geleerd

 

Zoeken.

Gunning en Chantepie de la Saussaye.

Niet genoeg

Calvijn weer ter hand genomen.

Calvijn had een kerk gesticht die door een vaste

kerkvorm vrede gegeven had aan duizenden in Europa.

En zo ging Kuyper strijden voor een kerk, die weer

onze moederkerk kan zijn.

 

Zo naar Utrecht, het bolwerk van de gematigde orthodoxie,

niet modern en niet Gereformeerd.

1868 conferentie te Zeist ter herdenking van het

Convent van Wezel 1568

Gereformeerden niet uitgenodigd

Kuyper zei dat de conferentie zich moest plaatsen

op het standpunt van de gelovige Schriftaanvaarding

Kuyper noemde toen de leerstukken die door de

Groningse Hoogleraar Hofstede de Groot werden geloochend.

Gefluit, gesis, getrappel en gestamp.

Een van de moderamen-leden: dat hij met hem niet de

minste gemeenschap van de geest had.

 

Kuyper langzamerhand Gereformeerd, ging belijden de

soevereiniteit van de genade tegenover de soevereiniteit

van de mens.

Dat gaf aanstoot

Breuk met Nicolaas Beets. Beets noemde het streven

 van Groen satanisch en demonisch.

Hoe langer hoe meer gingen de ethische en irenische

broeders zich te weer stellen, zochten aansluiting

bij de modernen

Dr.van Toorenenbergen: dat de ernst van de tijden

spoedige, krachtige samenwerking eiste van allen die

niet blind waren voor het ontzaglijk gevaar, dat van

 

de zijde van de Gereformeerden dreigde, nu deze een

wetenschappelijk gevormd man, Dr Kuyper als

woordvoerder gekregen hadden.

 

Zo breuk met de gematigde orthodoxie.

Aansluiting bij het gewone volk.

Ontmoeting met Groen van Prinsterer.

Daarna ontmoeting met twee ouderlingen van de kerk

van Amsterdam, die hem kwamen vragen het beroep

naar Amsterdam aan te nemen, twee blijmoedige

christenen Dibbets en Bechtold

In deze ontmoetingen met Groen van Prinsterer en

die twee Amsterdamse ouderlingen ging Kuyper het

licht van het Calvinisme op.

Hij leerde zien, dat de Heilige Schrift niet alleen dient

om rechtvaardigmaking te vinden door het geloof om het

Licht op het pad van de eeuwigheid op te vangen, maar dat

ditzelfde Woord van God ook aanwijst het fundament

van alle menselijke leven, de heilige ordinantiën

die heel het leven van de mensen in kerk, staat en

maatschappij moeten beheersen en die alleen in

staat zijn dat leven weer gezond te maken.

 

Hier niet verder Kuypers leven volgen. Hij was toen

gekomen op het punt waar hij altijd gebleven is.

Wel verdieping, in Amsterdam nog niet geheel

Gereformeerd, maar hij was op weg en dat werd verstaan.

 

Kuyper had leren belijden de soevereine genade

toen ons volk gevonden,

maar breuk met de gematigde mensen die roemden

in de ontwikkeling, breuk met de grote middenpartij

die bang was voor de-modernen en voor de Gereformeerden,

breuk met Beets om de Schoolstrijd, met

Bronsveld om de stichting van de Vrije Universiteit,

met Hoedemaker en vele anderen om de Doleantie, met

Gunning om heel de wederopleving van de Calvinistische

Beginselen.

 

Kuyper had absoluut leren spreken, het was nipt

een weifelachtig woord van ernst en vrede, maar het

 was het besliste, vaste woord van gehoorzaamheid.

 

Zo Kuyper geworden de man van de antithese, de man

die overal gesproken heeft het radicaal-christelijke

woord

Dit niet een vijandig woord tegen mensen, tegen

broeders, maar wel een radicaal woord tegen alle

beginselen die niet naar het Woord waren.

 

Later inzinking

Ministerie-Heemskerk

Inzinking bij heel onze groep

Het absolute spreken werd niet meer zo gehoord

en in plaats van de soevereiniteit van de genade

hoorden we in onze kring al spreken over de grootheid

van de menselijke persoonlijkheid en het gezag

van de wetenschap.

 

 

Hoe nu de erfenis van Kuyper bewaren?

Ik kan dat niet nagaan op elk gebied afzonderlijk

Ik zou het met een woord willen zeggen: met

even absolute woorden als Kuyper moeten wij overal

belijden de soevereiniteit van de genade.

Tegen alle soevereiniteit van de rede en tegen alle

soevereiniteit van de persoonlijkheid

Wie dit radicale Calvinisme aanhangt zal zich altijd

met liefde naar Kuyper blijven noemen, die zal hem

verstaan in Zijn bekering en strijd, die zal hem ook

verstaan in dat ogenblik toen hij zich klein voor

God voelde worden

die zal hem verstaan en navolgen in heel die worsteling

overal op elk gebied voor de soevereiniteit

van Christus

Dat betekent niet dat men woordelijk alle uitdrukkingen

van Kuyper als ontwijfelbaar juist aanneemt,

integendeel, wij moeten verder

Maar dat betekent nog minder dat wij misschien aan

zijn woorden, uitdrukkingen en termen overdreven

verering aanbieden, terwijl wij zijn geest vergeten,

terwijl die belijdenis op onze lippen versterft.

Wie Kuypers erfenis bewaren wil, die moet als Kuijper

leren spreken het absolute woord, de radicale belijdenis

van de Christus-Koning op alle levensgebied.

En dan staan de nieuwe wegen open.