Ps. 133 : 3

 

Joh.1 : 1 - 5

 

1 In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.

2 Dit was in den beginne bij God.

3 Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.

4 In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; 

5 en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen.

 

Ps. 123 : 1

 

Spreuken 8 : 35a

 

35  Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden,

 

Ps. 84 : 3

 

Gez. 29

 

Spreuken 8 : 35a

 

Huwelijk Dr. Wessels en Mej. Littel

 

 

            De woorden van onze tekst "wie Mij vindt, vindt het leven" halen een streep door heel onze levensbeschouwing, voorzover deze niet door dit woord zelf gedragen wordt.

            Het gemeenschappelijke van alle levensgevoel en levensbeschouwing, die niet door het geloof gevoed en onderhouden worden, is dit, dat wij het leven voor het grijpen hebben. Het leven ligt voor ons; het spreidt zich uit voor onze voeten als een panorama; wij ademen het in; wij zijn er vol van; het is ons element. Het leven wordt gulzig verslonden of met nadruk geproefd. Het kind leeft in de duizeling van het leven en de grijsaard proeft het als met voorzichtige teugjes. Maar in alle mensen leeft het gevoel, dat dit, wat we dagelijks ervaren, deze stroom waarin wij ons baden, het echte leven is.

            Daardoor wordt nu een streep gehaald. Wanneer wij onder dit woord buigen, ons onder dit woord begeven, dan ligt het leven niet meer onder de greep van onze handen. Het leven is ons element, maar dit is de boodschap van het Woord van God, dat we niet meer in ons element zijn. Dit leven dat ons omgeeft als een dampkring, is het echte leven niet. Zomin een stervende het leven heeft, zomin hebben wij het. Want dit leven is niets anders dan een gestadige dood. Het ligt onder het oordeel.

            Het leven is er wel. Dat staat duidelijk in onze tekst. Maar het moet gevonden worden. Dat staat er even duidelijk. En alleen de mens die geluk heeft het leven te vinden, die heeft het werkelijke leven.  Het bewustzijn dat het werkelijke leven maar niet  voor het grijpen ligt, is nog niet geheel weggevaagd uit de ziel van de mensheid. Wij zijn kinderen van een geslacht, dat op zoek is naar het leven.  Naar alle richtingen begeeft men zich op weg om het  leven te zoeken.

Maar ook dat zoeken wordt door het Woord van God gebrandmerkt. Want dit zoeken is als het gluren van een gevangene naar een spleet in de muur, het woelen van een gestrafte om de straf te ontgaan. Wij hebben het leven niet maar verloren, maar wij hebben het verbeurd.

             Wij zijn het leven niet waard. Het is ons afgenomen door de rechtvaardige Rechter van hemel en aarde. Wij beleven Zijn gericht over ons. Hij doet ons Zijn oordeel indrinken als water. Indien Hij ons, zoals wij van onszelf zijn, het leven zou teruggeven, dan zouden we het op datzelfde ogenblik weer verbeuren. Onze schuld is zo groot en zo wijd als ons leven. Ons leven is schuld geworden. Dat wij zo leven en dat wij zo zijn, dat is onze schuld voor God.

            Zo hebben wij het leven niet, omdat wij het hebben verbeurd. Ik breng u dit niet in herinnering om een schaduw te werpen op de vreugde, die deze dag vervult, om de blijdschap te doven, maar om het Evangelie te verkondigen. Het is Evangelie, goede boodschap, dat nu ook over dit huwelijk verkondigd wordt: wie Mij vindt, vindt het leven.

            Er is dus leven, dat gevonden kan worden, dat vindbaar is voor de mensen. Er is dus een weg, waarin de opbloei van het waarachtige leven mogelijk is, de opbloei van het echte leven uit de werkelijke dood, waarin wij ons bevinden.

            Het hoeft nauwelijks gezegd te worden, dat het Christus is, Die hier spreekt. Hij spreekt hier als de opperste Wijsheid. Eer de wereld was speelde Hij in de wereld van de wijsheid Gods. Toen God het leven van de schepping formeerde, toen was dat voor Hem een spel van vreugde. Spelende heeft Hij de wereld gemaakt, spelende schiep Hij het leven.

            Die Opperste Wijsheid spreekt hier in deze woorden Die Mij vindt, vindt het leven. Het waarachtige leven is in de Zoon van God. Nadat Hij mens geworden is, heeft Hij het eenmaal tot de Zijnen gezegd: Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.

            Zo verkondigt hier Jezus Christus Zichzelf als de wijsheid en het leven. Wij moeten Hem vinden, dan hebben wij het leven. En Hij heeft Zich laten vinden door diegene, die naar Hem niet zochten en naar Hem niet vroegen. Want om Zich door ons te laten vinden is Hij ons gelijk geworden. Hij werd mens. Hij nam ons leven aan, het verbeurde leven. En dragende het door ons verbeurde leven, droeg Hij ook de vloek. Het leven werd voor Hem ook een gestadige dood. En dat gestadig sterven is voor Hem het kruis van Golgotha geworden, het sterven onder de vloek van de zonde.

            In Hem is nu het waarachtige leven gegeven. Het is ons onder de handen gelegd. Wij hebben het voor het grijpen. Het is niet ver van ons, zodat we moeten vragen: wie zal voor ons tot de hemel opklimmen of wie zal voor ons in de afgrond afdalen? Wie zal voor ons het leven halen daar waar wij niet kunnen komen?

            Jezus Christus, is het leven. Dit is nu immers het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige en waarachtige God en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt. Hier is dan het Evangelie. Het staat geschreven. Het wordt ons verzegeld. Het is ons nabij geworden. Zoals de lucht ons omgeeft, zo omgeeft ons nu de genade. En zoals wij in onze valse waan gemeend hebben het leven eenvoudig te bezitten, omdat het ons tintelt in de toppen van onze vingers, zo is het ons waarachtig tot een eeuwig bezit geworden door het geloof in den Here Jezus Christus.

            Wie Mij vindt, vindt het leven. Ik zei al: als we ons onder dit Woord stellen, dan ontzinkt ons heel de waan van het leven te hebben. Maar met dat wij ons onder dit woord schikken, leven wij, hebben wij het leven, zijn we in het leven overgezet wordt het in ons uitgestort, leeft Jezus Christus door Zijn genade in ons, is het eeuwige leven ons element geworden. Wat ons als een waan uit de hand werd geslagen, dat wordt ons geschonken als een genadegift van onze God.

            Daarom is het Evangelie wat ik u verkondig.

            Wat op duizend wegen te vergeefs werd gezocht, dat wordt ons hier toegereikt, op de handen gezet, geschonken en uitgedeeld. Dat is ons leven en overvloed geworden in Jezus  Christus. Dat schenkt God ons in de uitbundigheid van Zijn liefde zonder maat en zonder grens. Dat is als een fontein van leven binnen in ons. Dat springt tot in het eeuwige leven.

            Niemand moet nu vragen wat dit te maken heeft met het huwelijk, dat deze dag gesloten wordt. In het huwelijk worden twee levens met elkander verbonden. Twee stromen kiezen een bedding. Twee mensen kiezen elkaar. Twee levens worden één. Maar ook het ene leven van het huwelijk, het leven dat geleefd wordt door twee mensen, is het werkelijke echte en waarachtige leven niet, tenzij het Evangelie in hun harten geloof vindt. Daarom moet het Christelijk huwelijk voorafgegaan zijn door de overwinning van een waan.

            Deze waan, dat ook het huwelijksleven zonder Jezus Christus leven is. Dit is geen leven, omdat ook dit brok van leven werd verbeurd, een vloek heeft er op gerust. We zijn niet waard, dat we tot dat leven mogen komen en wij zijn elkaar niet waard. Waar het huwelijk in de naam van Jezus Christus gesloten wordt, daar gaat deze erkenning aan vooraf. Maar daar is dan ook ruimte voor het Evangelie, ruimte voor de goede boodschap ook voor het huwelijksleven van man en vrouw.

            Wie het leven in Jezus Christus vindt, vindt het leven in zijn geheel. Het leven dat in Jezus Christus gevonden wordt is niet een hoop op het eeuwige leven,  het is niet een belofte voor de toekomst, maar het betekent de opbloei van het waarachtige leven en die opbloei omvat het volle eenmaal verbeurde leven in zijn volle doorsnede.

            Daarom: wie Jezus Christus vindt, die vindt het eeuwige leven van de gemeenschap met God en die vindt dat ook zoals het op de unieke manier van het huwelijksleven genoten kan worden. Waar Christus zo het hele huwelijk door Zijn genade vervult, daar is het niet een glimlach van een enkele dag, niet een weemoedig geluk van enkele jaren, niet een flauwe lichtschemering over een duister bestaan, maar daar is het een stuk van het leven met God, daar is het gewijd, omdat het geheiligd werd, daar is God de Eerste, de Gever van al het goede.

            Neem zo, broeder en zuster, uw huwelijk aan als een gave uit de hand van God, als een bewijs van Zijn eeuwige liefde. In Jezus Christus vindt u het leven, het volle leven, ook uw samenleven. Want Hij is het, Die de gemeenschap schept in een verbrokkeld mensenleven, die ook het huwelijk weer mogelijk heeft gemaakt, Die door Zijn Geest waarlijk samenbindt.

            U kunt dit huwelijk zo alleen aanvaarden in het geloof. En u kunt het alleen in het geloof bewaren, in de voortdurende onderwerping van uw leven aan de kritiek van het Evangelie. Elke dag opnieuw vindt u dan het leven in Jezus Christus. Uit de gemeenschap met Jezus Christus bloeit het waarachtige mensenleven op. In Hem hebt u de bodem, waaruit heel de vrucht Van uw leven zal zijn. Uit Hem zal het leven voor u een blijvende bloei zijn. Want door Zijn genade blijft uw huwelijk schoon, zolang God u voor elkaar bewaart.

 

Amen.